1 maart 2019 | Nieuwsitems

Nieuwe regels voor rekening-courantschulden

Op prinsjesdag 2018 is er een nieuwe maatregel aangekondigd die toezicht moet gaan houden op de schuld die een directeur-grootaandeelhouder (dga) bij zijn BV heeft. Het wetsvoorstel moet nog komen, maar onderstaand een aantal aandachtspunten.

Het kabinet vindt het lenen van hele hoge bedragen bij de eigen BV ongewenst gedrag, omdat ze dit zien als een vorm van belastinguitstel wat zelfs kan leiden tot belastingafstel. Dit onzakelijk lenen van de eigen BV zou met de huidige regelgeving al aangepakt kunnen worden, maar dat kost een hoop tijd en oplettendheid van de belastingdienst omdat iedere situatie anders kan zijn.

De plannen zijn dat per 1 januari 2022 de dga nog maar een schuld (rc-schuld) bij zijn BV mag hebben van maximaal € 500.000,00. Is de schuld hoger, dan zal het verschil als dividenduitkering worden behandeld en is er box 2-heffing verschuldigd over het verschil. Omdat dit alleen nog maar plannen zijn, is er verder nog weinig bekend over de precieze voorwaarden. Het is wel duidelijk dat dga’s met aanzienlijk hogere schulden een mogelijk probleem hebben.
Het is raadzaam om nu al te kijken naar situaties waar de rc-schuld hoger is dan € 500.000,00. In het belastingplan 2019 is namelijk ook aangekondigd dat vanaf 2020 het box 2-tarief gaat stijgen naar 26,9%. Tot 2019 zijn dividenduitkeringen belast tegen 25%. Het kan dus voordelig zijn om de rc-schuld af te bouwen door dividend uit te keren in plaats van te wachten tot de verplichte afrekening in 2022.

Een uitzondering is de eigenwoningschuld, voor deze regeling komt een versoepeling. Bestaande leningen die zijn gebruikt voor de eigen woning, zullen niet meetellen bij de beoordeling of de rc-schuld hoger is dan € 500.000,00.
Wij adviseren om goed vast te leggen welk deel van de rc-schuld betrekking heeft op de eigenwoningfinanciering, zodat indien nodig aangetoond kan worden dat dit deel niet meetelt voor deze maatregel.